Freek, 42 lentes jong, werkt zich een slag in de rondte. Hij maakt weken van 50 uur om zijn gezin te onderhouden en de kosten te dekken. Maar ondanks zijn harde inspanning voelt hij steeds meer frustratie over een systeem dat hij niet eerlijk vindt. “Ik werk me uit de naad, maar mijn buurman, die een uitkering ontvangt, lijkt net zo goed te leven als ik,” zegt Freek. “Hij vertrok zelfs op herfstvakantie, terwijl ik gewoon weer aan de bak moest.”
Ongelijkheid in de buurt
Freek kan zijn ergernis amper beheersen. “Elke ochtend stap ik vroeg uit bed om te werken en mijn gezin een comfortabel leven te bieden,” deelt hij. “Maar als ik naar mijn buurman kijk, lijkt het alsof hij zich nergens zorgen om maakt. Hij heeft nieuwe spullen en gaat op vakantie, terwijl ik soms moeite heb om de eindjes aan elkaar te knopen. Hoe kan dat?”
Het is niet dat Freek anderen hun geluk niet gunt. “Ik begrijp dat er mensen zijn die ondersteuning nodig hebben en dat het systeem is ontworpen om hen te helpen. Maar het voelt gewoon niet eerlijk als iemand die niet werkt dezelfde luxe heeft als ik, terwijl ik zo hard werk.”
Wat hem extra verraste, was het moment dat hij zijn buurman zag vertrekken met een volgepakte auto naar een vakantiebestemming. “In eerste instantie dacht ik dat hij misschien jaren had gespaard. Maar later hoorde ik hem over nieuwe aankopen praten. Hoe kan iemand met een uitkering dat allemaal bekostigen?”
Het gevoel dat werken niet loont
Freek is zeker niet alleen in zijn gevoelens. “In gesprekken met vrienden en familie hoor ik vaak dezelfde frustraties. Mensen vragen zich af of het systeem nog wel rechtvaardig is. Het lijkt soms alsof je net zo goed niets kunt doen, omdat werken nauwelijks meer voordeel oplevert.”
Wat hem vooral dwarszit, is het idee dat sommigen het systeem zouden kunnen uitbuiten. “Ik hoor verhalen van mensen die precies weten hoe ze het systeem kunnen manipuleren. Misschien is dat niet altijd waar, maar het blijft aan je knagen.”
Het verlangen naar een rechtvaardiger systeem
Ondanks alles probeert Freek begrip te tonen. “Misschien krijgt mijn buurman hulp van familie of is hij heel handig met geld. Dat weet ik niet. Maar als ik zelf de hele dag werk en hij zorgeloos lijkt, is het lastig om dat gewoon te accepteren.”
Freeks grootste wens is een systeem dat als eerlijk wordt gezien. “Het moet de moeite waard zijn te werken. Als mensen denken dat hun inspanningen niks opleveren, verdwijnt het vertrouwen in de maatschappij.”
Hij vraagt niet om minder ondersteuning voor mensen in nood, maar wel om een betere balans. “Iedereen verdient een fijn leven, daar gaat het niet om. Maar het systeem moet zo ingericht zijn dat het eerlijk voelt voor iedereen. Dat betekent dat werken altijd beloond moet worden.”
Freek sluit af met een duidelijke boodschap: “Ik gun iedereen geluk en een goed leven. Maar zolang het systeem mensen zoals ik het gevoel geeft dat onze inspanningen niks betekenen, blijft er iets fundamenteler mis. Dat moet veranderen – voor de toekomst van ons allemaal.”