Marjan (37) is ontzettend kwaad op haar ouders. Waarom? Ze hebben haar zoontje meegenomen naar McDonald’s, terwijl zij er juist bewust voor kiest hem geen vlees en zuivel te laten eten. Dat hakt er bij haar in; ze voelt zich diep geraakt en boos. “Mijn kind eet geen vlees en zuivel,” zegt ze fel, “en dan nemen jullie hem mee naar een fastfoodrestaurant?!” Een plantaardige leefstijl is voor haar superbelangrijk en die wil ze haar kind meegeven. Ze wil dat hij gezond en verantwoord eet en had daarover duidelijke afspraken gemaakt met haar ouders. Dat die afspraken aan de kant zijn geschoven en hij alsnog bij een fastfoodketen belandde, voelt voor Marjan als een forse aantasting van haar manier van opvoeden.
Ze begrijpt niet wat haar ouders bezielde, zeker niet omdat ze dondersgoed wisten hoe ze over fastfood denkt. Voor haar gaat het niet alleen over wat er op het bord ligt, maar ook over het principe. Het idee dat haar waarden niet serieus genomen worden, maakt haar razend.

Vertrouwen aan diggelen
Nu vraagt Marjan zich af hoe ze het vertrouwen in haar ouders ooit weer kan opbouwen. Ze twijfelt of ze hen nog wel de zorg voor haar kind kan toevertrouwen, bang dat haar regels opnieuw genegeerd worden. Voor haar is het cruciaal dat haar keuzes als ouder gerespecteerd worden, en op dit moment voelt ze zich verraden.
Ze hoopt dat haar ouders hier iets van leren en voortaan beter stilstaan bij de gevolgen van hun beslissingen voor haar kind. Marjan wil glashelder maken dat haar opvoedingsprincipes niet ter discussie staan en verwacht dat anderen zich daaraan houden.
Door dit voorval denkt ze na over hoe ze zulke situaties in het vervolg kan voorkomen. Ze wil niet dat haar kind nog eens in aanraking komt met keuzes die botsen met haar overtuigingen. Voor Marjan is het daarom belangrijk om haar grenzen scherp te communiceren en ervoor te zorgen dat haar ouders snappen hoeveel dit voor haar betekent.



