Agnes (73) en een verkleurde foto
In haar afgezakte fauteuil laat Agnes (73) een oude foto door haar handen gaan. Een kiekje uit de jaren zestig: stoep vol krijttekeningen, slingerende fietsen, kinderen die pas naar binnen gingen als de zon onder was. “Kijk, daar woonden we,” fluistert ze. “Alles speelde buiten. Geen schermen, geen oortjes—je was gewoon samen.” Je proeft de weemoed alsof je naast haar aan de keukentafel zit.
Toen je zonder nadenken bij de buren aanbelt
Ze vertelt hoe je vroeger iedereen in de straat kende. Je vroeg om een kopje suiker, bleef hangen voor een kletspraatje en je stak de handen uit de mouwen zonder er iets voor terug te verwachten. “Nu kijk ik rond in mijn flat en de helft ken ik niet. Iedereen zit in z’n telefoon.” Die vanzelfsprekende tik op de bel is ingeruild voor onzekere knikjes in de lift.

Weinig spullen en toch tevreden
Agnes grinnikt om hoe weinig ze vroeger had. Eén stel flinke schoenen, een jas die jarenlang meeging, een trui die je gewoon weer dichtmaakte als er een gat in zat. “Je gooide niks weg als het nog even mee kon. Nu wordt er bij het kleinste scheurtje iets nieuws gekocht. Zonde toch? Van steeds meer worden je dagen niet per se beter.” Het was simpel leven, geen armoede.
Manieren die lieten zien wie je was
Respect zat ’m in kleine dingen, zegt ze. Je zei ‘u’ tegen ouderen, hield de deur open en trok iets nets aan als je op visite ging. “Laatst in de bus bleef een meisje zitten terwijl een oudere man stond te wankelen met zijn stok. Vroeger stond je gelijk op. Dat hoorde zo.” Het zijn die mini-gewoontes die ze mist—ze maakten samenleven vriendelijk.
Nieuws dat één keer per dag binnenwaaide
De tv zoemt, maar Agnes kijkt allang niet meer. “Toen keek je om acht uur naar het journaal en was je bij. Nu raast het de hele dag naar binnen: oorlog, crisis, misdaad.” Ze denkt dat mensen er opgefokt van raken. “Je hóeft niet alles te weten om goed te leven,” zegt ze. “Soms geeft minder weten juist rust.”
Eten zonder zakjes en trucjes
Volgens Agnes smaakte eten vroeger voller. Aardappels, groente, een stukje vlees; geen pakjes met ‘extra smaak’, hooguit een snufje nootmuskaat. “Mijn moeder bakte elke zondag appeltaart. Met echte boter en suiker, niks light.” Ze vindt niet dat mensen er slechter van werden—minder gedoe met allergieën, minder lijstjes met wat niet mag. Ze noemt het gewoon eerlijk en simpel.
Avonturen die je zelf verzon
Verveling was geen probleem. Je bouwde hutten, ging vissen, rende de straat door alsof die van jou was. Regent het? Dan haalde je knutselspullen tevoorschijn of dook je in een boek. “Mijn vader las ons altijd voor,” glimlacht ze. “Nu zie je kinderen vooral met een tablet. Ze missen iets wat je niet kunt downloaden: de kick van iets zelf maken.”
Muziek die direct binnenkwam
In de hoek staat een oude radio. “The Beatles, Elvis, Edith Piaf,” somt ze op. “Echte instrumenten, teksten met een ziel.” Bij autotune en strakke pophits haalt ze haar schouders op. “Knap hoor, die techniek, maar soms wil je dat een liedje een rafelrandje heeft. Daar zit gevoel in.”
Zomers met zand in je schoenen
Haar liefste herinneringen? Met de trein naar het strand, een rieten mand vol broodjes en limonade mee. Geen verre vakanties, geen resorts—gewoon Zandvoort, zandkastelen bouwen en een ijsje als traktatie. “Een dag die niets kostte en toch alles gaf,” zegt ze. Je hoort bijna de meeuwen.
Kinderen onder druk, agenda’s die uitpuilen
Agnes ziet hoe kinderen nu van training naar les en dan door naar huiswerk vliegen. “Wij klommen in een boom en dat was het avontuur,” zegt ze. Ouders plannen, kinderen presteren. “Wanneer mag je nog gewoon kind zijn?” De vraag blijft hangen.
Tussen nu en nostalgie
Ze weet best dat de tijd doordraait. “Je moet mee,” zegt ze, “maar waarom steeds sneller, duurder, ingewikkelder?” Toch is ze dankbaar dat ze de warmte van toen heeft gekend: een buurt die voelde als familie, een leven zonder permanente haast. Misschien, denkt ze, zullen jongeren later hetzelfde zeggen over hún tijd. “Maar ik zou willen dat ze even konden proeven hoe het was: geen scherm dat alles dicteert, maar tijd om echt samen te zijn.” Ze kijkt nog eens naar de foto en glimlacht. “Dát was leven.”



