Verkeer voelt soms als een ingewikkelde legpuzzel, vooral wanneer verschillende soorten weggebruikers elkaar kruisen. Een klassiek, maar vaak onduidelijk moment ontstaat bij een T-splitsing: daar is het niet altijd meteen helder wie er eerst mag. Stel je voor: je rijdt met je auto naar een T-splitsing en je wilt linksaf. Tegelijk komt er uit de tegenovergestelde richting een fietser aan die rechtsaf diezelfde straat in wil. Het lijkt simpel, maar de vraag wie er voorrang heeft zorgt regelmatig voor twijfel.

Wie mag nu eerst? Laat je als automobilist de fietser gaan omdat die rechtsaf slaat, of ben jij aan de beurt omdat je op de doorgaande weg rijdt? Zo’n situatie test niet alleen je kennis van de verkeersregels, maar vooral hoe je die regels in de praktijk toepast om alles veilig en soepel te laten verlopen.
Wat denk je: wie heeft hier voorrang? Het antwoord kan bepalen hoe je dit soort situaties voortaan aanpakt.
Zo zit het
In dit T-splitsing-scenario, waarbij jij linksaf wilt en een tegemoetkomende fietser rechtsaf dezelfde straat indraait, gaat de fietser eerst. De reden is simpel: wie linksaf slaat, verleent voorrang aan tegemoetkomend verkeer dat rechtdoor gaat of rechtsaf slaat. De fietser maakt hier dus de korte bocht en mag door.

De gedachte daarachter is duidelijk en belangrijk voor de veiligheid. Iemand die rechtsaf de korte bocht maakt, blijft dicht bij de hoek van de kruising en kan vlot doorrijden; jij kruist met je linkse bocht juist zijn pad. Door de fietser eerst te laten gaan, voorkom je conflicten en blijft de doorstroming helder en veilig voor iedereen.
Deze regel onderstreept ook dat je extra rekening houdt met kwetsbare weggebruikers, zoals fietsers. Blijf dus scherp bij kruispunten en splitsingen waar je elkaars route kruist.
Onthoud: kom je bij een T-splitsing in zo’n situatie, dan heeft de tegemoetkomende fietser die rechtsaf de korte bocht maakt, voorrang.



