Waarom Ronald (72) terugverlangt naar het Nederland van vroeger: dit mist hij het meest

Herinneringen vol nostalgie

Ronald, 72 jaar, kijkt met een mix van weemoed en droefheid terug op het Nederland van vroeger. Terwijl hij door albums met oude jeugdfoto’s bladert, vertelt hij hoeveel hij dat vertrouwde land mist. Elke foto haalt hem terug naar de zorgeloze dagen in het dorp waar hij is opgegroeid.

Hij herinnert zich vooral het gevoel van samenhorigheid, iets wat je nu nog zelden tegenkomt. Je kende je buren, er was vertrouwen en je voelde je veilig. Dat gemis deelt hij met veel anderen. Hij denkt aan de tijd dat de buurman bijna als een vriend voelde en je elke dag even langs de kruidenier op de hoek ging voor een kleine boodschap en een praatje.

Volgens Ronald ging het leven toen in een rustiger tempo. Mensen namen de tijd om elkaar te groeten op straat of even bij de bakker te ouwehoeren. Met weemoed kijkt hij terug op die eenvoud, nu alles lijkt te versnellen en je vaak doorrent.

Over de veranderingen in zijn woonomgeving wordt nog vaak gepraat. Waar hij nu woont, raast de stad continu door. “Het is een jungle van beton en staal geworden,” verzucht hij. Hij mist de groene parken, de speeltuinen en de buurtwinkels waar je nog gewoon bij je naam werd aangesproken.

Met een glimlach denkt hij aan de fietstochten naar het strand met vrienden. Dat vrije gevoel voelt nu bijna als iets uit een andere tijd. De technologische sneltrein bekijkt hij regelmatig met argwaan. Geef hem maar die eenvoudige, ouderwetse fiets in plaats van de moderne fatbikes die je tegenwoordig overal ziet.

De huidige omgangsvormen maken hem soms somber. Mensen lijken sneller te oordelen en discussies lopen vlug uit de hand. Het lijkt wel alsof het simpele, respectvolle gesprek voeren lastiger is geworden.

Ook globalisering, zegt hij, laat sporen na. Tuurlijk, vooruitgang is belangrijk, maar soms raken culturele waarden en tradities daardoor op de achtergrond. Hij mist de warmte en gezelligheid die Nederland ooit zo typeerden.

Gemis en hoop

De zaterdagmarkt is daar een goed voorbeeld van, legt Ronald uit. Vroeger was het een levendig tafereel met verse waar en kletspraatjes met de marktkoopman. Nu voelt het meer als iets dat je snel wilt afvinken. Ronald vreest dat jongere generaties straks niet meer weten hoe waardevol een hechte buurt kan zijn.

Toch blijft hij hoopvol. Volgens hem is er nog tijd om het tij te keren. Als je wat meer naar elkaar omkijkt, kan dat gevoel van verbondenheid terugkomen. Daarom steekt Ronald de handen uit de mouwen bij lokale initiatieven. Hij regelt bijeenkomsten in het park of nodigt buren uit voor een barbecue. Juist die kleine dingen maken volgens hem een groot verschil.

Hij wil dat zijn kinderen en kleinkinderen leren zien hoe belangrijk gemeenschap en echte, persoonlijke relaties zijn. Het leven draait niet alleen om werk of succes, maar om de band die je met mensen opbouwt.

Hij hoopt dat zij, net als hij vroeger, de tijd nemen voor de mensen om hen heen en de waarde van oprechte relaties begrijpen. De toekomst van Nederland mag dan onzeker zijn, Ronald gelooft dat verbondenheid en samenhang weer centraal kunnen staan.

Hoewel hij het Nederland van toen mist, blijft hij zich inzetten voor morgen. Hij droomt van een samenleving waarin iedereen zich gezien voelt en waarin Nederland weer die warme plek wordt waar hij zo naar verlangt.