Soms ogen puzzels simpel, maar pas als je doorhebt waarnaar de afbeelding verwijst, wordt het interessant. In eerste instantie lijk je alleen wat lijnen met getallen te zien: 1 en 2 links, 3 en 4 in het midden en rechtsboven een 5. Maar als je ooit in een schakelauto hebt gereden, herken je meteen het patroon van een klassieke versnellingsbak.
In zo’n schakelschema vormen de versnellingen vaste setjes: boven 1 hoort onder 2, boven 3 hoort onder 4, en boven 5 zit meestal een plek met óf het volgende versnellingnummer, óf de achteruit. De vraag is dus: welke markering hoort er op de lege plek onder de 5?
De oplossing
Als je het schema ziet als een logisch oplopende reeks, is het antwoord eigenlijk vrij duidelijk. In een zesbak verwacht je onder de vijfde versnelling gewoon het cijfer 6. Daarmee is de reeks compleet en blijft het mechanische schema netjes in balans: elke bovenste positie heeft z’n tegenhanger eronder in dezelfde baan.
Tegelijkertijd weten veel automobilisten dat de plek onder vijf in veel auto’s niet voor een zesde versnelling is, maar voor de achteruit. In dat geval staat er geen getal, maar de letter R van ‘reverse’. Je duwt de pook dan naar rechts en naar achteren om achteruit te rijden.
Strikt genomen hoort daar dus een 6, maar in de praktijk zie je op die positie vaak de R terug. De tekening speelt slim met die herkenning: het verwijst naar iets alledaags en maakt gebruik van het vertrouwde schakelschema dat je in een auto verwacht.
