De verborgen trucs van all you can eat-restaurants: zo trap je er niet in

Zijn All You Can Eat-restaurants echt die goedkope oases van overvloed die ze ons beloven? Het klinkt verleidelijk: onbeperkt eten voor een vaste, schappelijke prijs. Maar sta je er weleens bij stil welke slimme trucs zulke zaken inzetten om je te sturen?

Als je vaker bij een all-you-can-eat zit, ken je vast dat loodzware gevoel achteraf — en de dag erna ben je misschien net wat winderiger dan normaal. Bij je derde rondje vraag je je al af of je nog echt aan het genieten bent. Onbeperkt mogen eten betekent niet automatisch dat je er gelukkiger van wordt; het is bijna onvermijdelijk dat je te veel neemt. Toch blijven we gaan, omdat drie bomvolle borden voor één prijs klinkt als een topdeal. Maar is dat wel zo?

Deze restaurants zijn extreem bedreven in het idee aanpraten dat je een geweldige deal scoort. Het voelt alsof je veel krijgt voor weinig. Alleen laat onderzoek van de Cornell University iets opvallends zien…

Duurder voelt als beter

In een studie van Cornell kregen twee groepen exact hetzelfde buffet, maar zij betaalden er verschillende prijzen voor. De mensen die meer neerlegden, beoordeelden het eten hoger. Betaalde je minder voor precies hetzelfde, dan vond je het sneller minder goed.

Daaruit blijkt hoe sterk je brein meedoet: door de prijs op te schroeven, wekken all-you-can-eat-zaken de indruk van betere kwaliteit. Of je een maaltijd als “top” of “mwah” ervaart, zit dus voor een groot deel tussen je oren.

Nog zo’n geraffineerde zet: miniporties. Omdat ons brein minder pakt als er minder voor je neus ligt, schep je automatisch zuiniger op. Misschien is het volgende keer handiger om voor à la carte te kiezen. Dan kun je echt proeven waar je zin in hebt, zonder de spelletjes en verborgen tactieken die bij all-you-can-eat vaak meespelen.