Bram (34): “Bijstand of werken? Slechts 150 euro meer per maand is geen stimulans”

Het op z’n zachtst gezegd frustrerende sociale zekerheidsstelsel heeft een nieuw dieptepunt bereikt. Denk eens aan Bram, een 34-jarige man, vastgelopen in de maalstroom van de bijstand en verstrikt in een wirwar van regels en soms absurde beleidskeuzes. Al vijf jaar zit hij in deze situatie door een samenloop van onfortuinlijke omstandigheden. Dat iemand als Bram zich niet kan verbeteren, ook al zou hij keihard werken, is een duidelijk symptoom van het falen van ons systeem.

Het is bijna te gek voor woorden dat Bram, zelfs met een fulltime job, slechts een magere 150 euro extra per maand zou verdienen. Een beetje simpele rekensom vertelt je dat dit niet eens te rechtvaardigen is voor 40 uur per week buffelen. Dus blijft hij hangen in een systeem dat hem aanmoedigt om gewoon thuis te blijven, afhankelijk van steun die als sneeuw voor de zon verdwijnt zodra hij een baan zou aannemen.

Voor Bram is dit geen ‘keuze’. Het is een onontkoombare situatie waarin het enige logische is om simpelweg op zijn plek te blijven. En dat is het trieste: ons sociale stelsel legt de basis voor dit schadelijke dilemma. Hulpgelden, oorspronkelijk bedoeld om de minderbedeelden op weg te helpen, veranderen in ketenen van slavernij die mensen als Bram opsluiten in een uitzichtloze cyclus van afhankelijkheid en niet-werken.

Hoe kan dat? Omdat ons systeem afhankelijke mensen boven zelfredzaam belonen en straffen wie het heft in eigen handen wil nemen. Bram’s situatie laat een gigantisch probleem zien: zowel onze economie als ons sociale stelsel zijn opgezet om nietsdoen te belonen en actief werken financieel onaantrekkelijk te maken.

Er zitten fundamentele fouten in het systeem die we moeten aanpakken als we willen dat mensen zoals Bram een eerlijke kans krijgen. We moeten serieus opnieuw kijken hoe we onze, toeslagen verdelen en de economische prikkels op orde brengen. Wat als Bram daadwerkelijk kon groeien door te werken? Een systeem dat dat ondersteunt zou niet alleen Bram helpen, maar onze hele maatschappij ten goede komen.

Het inrichten van financiële structuren die werk belonen, zonder mensen te straffen voor hun vooruitgang, zou topprioriteit moeten zijn. Dit vraagt lef en visie in de politiek, maar ook een stukje solidariteit van ons allemaal om een rechtvaardige toekomst voor iedereen te realiseren.

Wat zou jij doen als je in Bram’s situatie zat? Zou je je neerleggen bij de huidige omstandigheden of je juist inzetten voor een systeemverandering die je kans biedt op vooruitgang? Deel je gedachten over deze kwestie met ons.