Evert, 67 en altijd in Amsterdam gewoond, snapt niet veel van de recente oproepen om tijdens Dodenherdenking ook aandacht te besteden aan wat er in Gaza gebeurt. “Waarom zouden we dat doen?” vraagt hij zich hardop af. “We herdenken toch de Nederlandse slachtoffers?”
Zijn verbazing raakt aan een grotere discussie in de maatschappij. Want 4 mei, wat ooit alleen een dag voor nationale rouw was, lijkt steeds meer in verband te worden gebracht met actuele internationale conflicten. Is dat iets wat we zouden moeten willen?
Waar was de vraag om inclusie bij andere conflicten?
In de laatste tien jaar hebben verschillende gewapende conflicten wereldwijd voor veel leed gezorgd. Denk aan de burgeroorlog in Syrië sinds 2012, of de oorlog in Oekraïne die in 2021 begon. Beide situaties hebben veel levens geëist.
Toch is er nooit een voorstel geweest om op 4 mei deze slachtoffers mee te herdenken. De herdenking richtte zich – en volgens sommigen terecht – vooral op Nederlandse slachtoffers en verzetshelden uit de Tweede Wereldoorlog.
Waarom dan nu wel aandacht voor Gaza?
Het roept vragen op waarom er nu, met betrekking tot Gaza, ineens sprake is van een ‘inclusieve herdenking’. Dat de situatie daar ernstig is, weet iedereen. Maar waarom moet dit conflict ineens gekoppeld worden aan onze nationale herdenkingsdag?
Evert denkt dat het niet alleen om medeleven gaat, maar ook om symboliek. “Ik heb sterk het gevoel dat het hier meer draait om een politiek statement dan om rouw op zich.”
Herdenken is geen politiek hulpmiddel
In de loop der jaren is Dodenherdenking al verbreed: sinds 1961 herdenken we alle Nederlandse oorlogsslachtoffers – ook die van latere conflicten. Maar de kern bleef altijd onze eigen gemeenschap en geschiedenis centraal stellen.
Het gevaar is dat we deze herdenking verliezen als we het gebruiken om moderne, internationale conflicten te beoordelen of te bekritiseren. Dan vervaagt het onderscheid tussen herdenken en demonstreren.
Een geschiedenis die telt
4 mei is nauw verbonden met de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust, en de offers van verzetsstrijders. De herinnering aan die tijden is serieus. Juist vanwege de specifieke lading van die geschiedenis is terughoudendheid belangrijk.
De staat Israël, ongeacht je standpunt, ontstond na de Holocaust. Dat maakt het extra beladen om op deze dag slachtoffers in Gaza te herdenken.
De overgebleven vraag
Everts vraag is geen ontkenning van het Palestijnse leed, maar eerder een oproep tot helderheid: waar is 4 mei precies voor bedoeld? En wie bepaalt wat die twee minuten stilte eigenlijk betekenen?
Als we alle leed van nu willen herdenken, dreigt de herinnering aan onze eigen geschiedenis te vervagen. Het herdenken wordt dan zo breed dat het niet meer betekenisvol is.
Behoud de essentie van 4 mei
Het is logisch om stil te staan bij leed in de wereld. Maar 4 mei is niet de tijd om huidige conflicten centraal te zetten. De kracht van deze dag zit juist in haar doelgerichtheid en helderheid.
Evert vat het kort samen: “Als we verliezen wie we herdenken, weten we straks ook niet meer waarom.” Misschien is dat wel de eerlijkste reden om 4 mei te laten zoals het is.