Harold: ik werk 40 uur per week, maar mijn buurvrouw met uitkering verdient meer!

In onze samenleving komen mensen zoals Harold vaak in de vergetelheid. Dag in, dag uit werken ze hard in een werkweek van 40 uur, om er vervolgens achter te komen dat hun inzet nauwelijks wordt gewaardeerd. Harold, een ijverige fabrieksarbeider, verdient ongeveer 2300 euro netto per maand. Hoewel dat als een fatsoenlijk inkomen klinkt, is het in werkelijkheid nauwelijks genoeg om rond te komen. Vooral als hij erachter komt dat zijn buurvrouw, die arbeidsongeschikt is verklaard, elke maand 2500 euro netto ontvangt dankzij uitkeringen en toeslagen. Ja, je hoort het goed: 200 euro meer dan Harold, zonder daarvoor te hoeven ploeteren.

Stel je voor dat je elke ochtend vroeg uit bed springt, je werkhandschoenen aantrekt en de productielijn in de fabriek opstart. De klok lijkt haast stil te staan terwijl je het product van de dag controleert en inpakt. Het zweet druppelt van je gezicht, maar je troost je met het idee dat je aan het einde van de maand een salaris krijgt dat je dik hebt verdiend. Totdat je ’s avonds met een biertje hoort dat je buurvrouw, die haar dagen in rustige ontspanning doorbrengt, meer ontvangt dan jij. Waar is de gerechtigheid in dit verhaal? Heb je jezelf ooit afgevraagd of de balans in ons sociale zekerheidssysteem niet een herziening nodig heeft als het om beloningen gaat?

De kwestie die dan opkomt is: waarom steunen we een systeem dat deze scheve verhoudingen in stand houdt? Mensen zouden beloond moeten worden naar gelang de moeite die ze leveren, toch? Het is begrijpelijk dat alleenstaande ouders met kinderen of mensen met gezondheidsproblemen hulp nodig hebben, maar als dat betekent dat mensen zoals Harold over hun grenzen moeten gaan, klopt er iets niet. Ons socialezekerheidsstelsel is bedoeld als opvangnet, maar vangt het wel de juiste mensen op? En dat terwijl mensen zoals Harold elke dag met trots opstaan om hun bijdrage aan de samenleving te leveren.

Zal dit dan niet een tegenstrijdig effect hebben op de motivatie van mensen zoals Harold om door te blijven werken? Waarom zou hij zich elke week 40 uur uitsloven als hij in feite beter af is als hij zich ‘aanpast’ aan het systeem? Die gedachte is niet zo vreemd en onderstreept waarom ons huidige systeem kritisch bekeken zou moeten worden. Het lijkt wel alsof we degenen die zich inzetten straffen, en degenen die het systeem uitbuiten belonen. Een systeem dat aantrekkelijk lijkt, maar niet toekomstbestendig is.

Of er iets moet veranderen, is een duidelijke vraag. Het gaat om gerechtigheid en respect voor degenen die zich dagelijks voor de gemeenschap inzetten. Moet Harold blijven zwoegen in de hoop dat de zaken veranderen? Of is het tijd voor een verschuiving waarin eerlijkheid en gelijke kansen écht prioriteit krijgen? De keuze ligt bij ons. Hebben we de moed om een systeem te steunen dat zijn waarde bewijst? Wat vind jij, is er verandering nodig of moet Harold dit alles als een vaststaand gegeven in Nederland accepteren?