In de jaren ’50, ’60 en ’70 deden kinderen mee aan talloze spellen die bijna geen materialen nodig hadden en vooral draaiden om creativiteit, handigheid en samen spelen. Straatspellen waren toen heel gewoon, en kids speelden vaak urenlang buiten. Zonder mobieltjes, computers en met minder tv, vermaakten ze zich op pleintjes, straten en speelvelden. Hier zijn een paar van de meest geliefde spelletjes uit die tijden.
Klik-klaks
Een van de bekende speeltjes uit de jaren ’70 was de klik-klak, ook wel “klikkers” of “knikkebolletjes” genoemd. Dit speelgoed bestond uit twee harde plastic ballen aan een koordje, met een ring in het midden voor je vingers. Door de ballen op en neer te bewegen, botsten ze tegen elkaar en maakten een “klik-klak”-geluid. Het doel was om het ritme vol te houden zonder dat de ballen alle kanten op vlogen. Het vergde flink wat oefening en klik-klaks werden razendsnel populair onder de jeugd.
Elastieken
Een groot favoriet spel, vooral bij meisjes, was elastieken. Met een simpel idee, maar het vergde veel vaardigheid en doorzettingsvermogen. Twee kids hielden een lang elastiek om hun benen op schouderbreedte, terwijl een ander sprongen en verschillende patronen maakte. Het elastiek werd steeds hoger geplaatst, van enkelhoogte naar de knieën en zelfs tot de heupen, wat het spel steeds ingewikkelder maakte. Er waren allerlei varianten, maar het basisidee zorgde voor veel plezier.
Touwtje springen
Touwtje springen was ook een klassieke bezigheid, in je eentje of met een groep. Kids sprongen ritmisch over een draaiend touw, vaak begeleid door een liedje of telversje. Uitdagende varianten zoals “double dutch,” waarbij twee touwen tegelijk draaien, vereisten veel coördinatie en samenwerking. Behalve een spel, was touwtje springen ook een vorm van bewegen en een goede manier om energie kwijt te raken.
Knikkeren, bokspringen en schipper mag ik overvaren
Buiten elastieken en touwtje springen, waren knikkeren en bokspringen ook populair. Met knikkeren probeerden kids hun eigen knikkers goed te mikken in een kuiltje of de knikkers van anderen te winnen. Bokspringen was geweldig leuk, vooral op schoolpleinen, waarbij je over je vrienden moest springen. Spelletjes zoals “schipper mag ik overvaren?” stonden ook hoog op de lijst van favorieten; hier moesten kindjes de overkant zien te bereiken zonder aangetikt te worden.
Contrast met de jeugd van nu
Als je terugblikt, zie je dat er een enorm verschil is met de jeugd van nu. Kids zijn tegenwoordig vaak meer binnen en hangen veel achter schermen, bezig met gamen, sociale media en video’s kijken op platforms als YouTube of TikTok. Moderne technologie heeft zijn voordelen, maar kinderen zijn minder actief en spelen minder buiten samen. Contact is veelal online in plaats van in levenden lijve, wat het spontane samenspelen van vroeger vervangt. De kinderlijke spelletjes en vaardigheden – van knikkeren tot klik-klaks – zijn voor hedendaagse kids nauwelijks nog bekend. Daardoor blijft de rijke cultuur van deze klassieke kinderspelletjes een warme herinnering aan tijden waarin eenvoud en samenzijn centraal stonden.