Peter, een man met een gezonde dosis cynisme, maakt lachend de opmerking: “Afval scheiden? Ik mik alles gewoon in de container om de hoek.” De meeste mensen herkennen het: je hebt mooie, groene doelen om afval te scheiden, maar vroeg of laat verval je weer in je oude gewoonten. Stel dat je goede intenties niet alleen mislukken, maar het zelfs normaal wordt om alles bij elkaar te gooien? Hier is een verhaal over de dagelijkse routines, vermoeidheid en een stijlvolle prullenbak die meer ergernis dan gemak opleverde. Overigens, die prullenbak kostte 150 euro – dat geld had beter besteed kunnen worden aan een hele voorraad vuilniszakken.
Het begin van alle goede plannen
Toen die hippe prullenbak net binnen was, was ik superenthousiast. Het ding had vakjes speciaal voor glas, papier, GFT, en plastic, en het restafval zou naar de container verderop moeten gaan. Ik dacht echt dat ik, al was het maar een beetje, de wereld aan het redden was door al dat afval te scheiden.
Maar al snel werd het leven drukker. Eerst kwamen we in een nieuw huis, daarna werd mijn zoontje geboren – een schattig ventje, maar met een eindeloos gejammer. Lief is leuk, maar als je uitgeput bent, lijkt zelfs de liefste baby een kleine dictator die je rustige plannen omver duwt.
Het gemak van één vuilniszak
Van afval scheiden bleef er niets meer over; het werd een luxeprobleem. Het begon klein, met het bakje voor GFT dat ik steeds weer vergat te legen, tot het veranderde in een microbiologisch experiment vol schimmel. Op een drukke dag, na weer een slapeloze nacht, stond ik met een vol blik afval: luiers, kindermaaltijdpotjes en foodresten. Alles ging in één zak. “Ik sorteer het later wel,” zei ik tegen mezelf, maar dat ‘later’ kwam nooit.
Die ene keer werd een gewoonte, en uiteindelijk deed ik niet anders. Op een avond stond ik buiten met volle vuilniszakken en hoopte dat niemand me zag. Het voelde als in een slap stick-optreden dat ik absoluut niet wilde herhalen. Niemand mocht weten dat mijn dure design-prullenbak niet meer was dan een decorstuk.
Het zoete gemak versus milieubewustzijn
Eerlijk is eerlijk, het voelde niet fantastisch. Iedere keer dat ik weer met een zak liep te zeulen, schoten slogans als “De wereld begint bij jezelf” door mijn hoofd. In werkelijkheid betekent het vooral dat mijn kind wat beter slaapt en ik minder stress heb. Die milieuvriendelijke switch komt hopelijk later.
Intussen groeit mijn zoontje op, inmiddels is hij zes maanden oud, en beetje bij beetje pakken we meer slaap. Er is weer wat licht aan het einde van die vermoeiende tunnel. Misschien ga ik binnenkort weer serieus aan de slag met het scheiden van afval. Maar voor nu? Voor nu prop ik alles in één zak en probeer ik de ironie hiervan maar te vergeten.
Het is een mix van principes, een beetje schuldgevoel en de nodige zelfspot. Ach ja, een peperdure prullenbak kopen om de wereld te verbeteren en vervolgens alles erin donderen? Het klinkt als een binnenpretje over afval die ik onbewust mijn grootste bijdrage noem.