Mo (32): Ik wil een toekomst met haar, maar niet alleen zij moet het huishouden doen

Mo is 32 jaar en staat voor een moeilijke keuze in de relatie met zijn vriendin. Hij hunkert naar stabiliteit en een gedeelde toekomst, maar de huishoudelijke taakverdeling levert wrijving op.

Voor Mo lijkt het duidelijk: zijn vriendin zou het meeste in het huishouden moeten doen, simpelweg omdat zij de vrouw is. Dit idee zorgt echter voor spanning tussen hen.

Mo legt uit dat zijn idee van rolverdeling voortkomt uit zijn opvoeding. Zijn moeder deed alles in huis, en hij is opgegroeid met het beeld dat vrouwen de huishouding regelen.

“Thuis zorgde mijn moeder ervoor dat alles soepel liep en er altijd een maaltijd klaarstond,” zegt hij. “Dat was het voorbeeld. Ook al is het in 2024 misschien ouderwets, het is hoe ik het geleerd heb.”

In hun relatie ligt de taakverdeling niet zo vanzelfsprekend. Zijn vriendin, met wie hij al een poosje samenwoont, heeft een drukke baan en vindt het belangrijk dat de verantwoordelijkheden gelijk worden verdeeld.

“Ze zegt vaak dat we beiden ons steentje moeten bijdragen omdat we allebei werken,” zegt Mo. “Maar ik zie het anders. Ik denk dat ik haar de kans geef om het huis meer als thuis te maken.”

Hoewel zijn vriendin zijn achtergrond begrijpt, leidt het tot spanningen. Ze voelt de druk van een ouderwets rolpatroon en ervaart dat haar inbreng niet op waarde geschat wordt.

Verschillen in Rollen en Verantwoordelijkheden

Tijdens gesprekken met familie en vrienden merkt Mo dat zijn dilemma niet uniek is. Sommigen steunen zijn gedachten, terwijl anderen hem aansporen open te staan voor verandering.

“Een paar vrienden zeggen dat ik wat meer met de tijd mee moet gaan en zelf ook mijn steentje moet bijdragen,” zegt hij. Toch ervaart Mo de traditionele rolverdeling als bron van rust en stabiliteit in een relatie.

Zijn vriendin voelt echter de druk om aan die verwachtingen te voldoen en merkt dat het constant overleggen over wie wat doet veel energie kost.

Ze fragt zich af waarom een eerlijke taakverdeling niet al vanzelfsprekend is, omdat haar carrière net zo belangrijk is als die van Mo. Vaak benadrukt ze dat ook Mo zijn verantwoordelijkheden moet nemen. “Ze zegt dat het belangrijk is dat we als gelijken samenwerken,” zegt Mo.

Toch is het lastig voor hem om zich aan te passen aan de nieuwe rolverdeling. Hij gelooft nog steeds dat huishoudelijke taken vooral bij haar horen en dat zijn bijdrage anders is.

“Ik wil haar de ruimte geven om zich te ontwikkelen, maar ik zie het huishouden echt als haar domein. Ik werk ook hard en ondersteun haar op mijn eigen manier,” zegt hij.

De meningsverschillen over de rolverdeling zetten Mo aan het denken over welke compromissen nodig zijn voor een gezonde relatie. Tegelijk vraagt hij zich af of hij niet te veel van zichzelf moet opgeven.

“Het voelt soms als een keuze tussen mijn vertrouwde gewoonten en wat zij wil,” zegt hij. “Maar ik hou van haar en wil een toekomst zonder alles wat ik belangrijk vind op te moeten geven.”

Mo realiseert zich dat hun problemen verder gaan dan het verdelen van huishoudelijke taken. Ze komen voort uit diepgewortelde overtuigingen en ideeën over de toekomst.

Hij hoopt op een compromis dat voor beiden werkt, maar twijfelt aan of het maken van toegevingen de beste optie is. Mo voelt dat zijn rol niet altijd gewaardeerd wordt. Hij ziet zichzelf als een stabiele factor en uitstekende ondersteunende partner, maar dat komt soms verkeerd over.

Mo beseft dat tijd en geduld nodig zijn om beter met elkaars verwachtingen om te gaan en een oplossing te vinden die hun waarden niet compromitteert. Hij streeft naar een balans waarin beiden zich comfortabel voelen, zonder dat ze moeten inleveren op wie ze zijn.