“Zo lastig is het toch niet om één degelijk vegan gerecht op de kaart te zetten?” zegt Sterre, 28, terwijl ze aan haar cappuccino met havermelk nipt. Ze eet al vijf jaar volledig plantaardig en noemt zichzelf “niet overdreven, gewoon bewust bezig”. Toch ergert ze zich kapot aan hoe veel restaurants met vegan gasten omgaan.
Met vrienden uit eten eindigt vaak in een domper
Sterre is dol op uit eten gaan. Nieuwe smaken ontdekken, lang tafelen met vrienden – dat is haar ding. Maar steeds weer moet ze vooraf bellen, hopen dat er iets te regelen is, of genoegen nemen met een kale salade zonder dressing. “Dan zit iedereen een driegangenmenu weg te smullen en ik krijg een bord droge groenten. Dat noem je geen uit eten, dat is gewoon overleven.”
“Vegan is allang geen hype meer”
Wat haar het meest frustreert: restaurants doen alsof vegan eten iets exotisch is. “Het is 2025. Veganisme is niet meer iets van een paar hipsters in Amsterdam. Steeds meer mensen kiezen hiervoor – uit liefde voor dieren, voor hun gezondheid of het klimaat. Waarom loopt de horeca dan nog zo achter de feiten aan?”
Ze pleit voor een plicht in de wet
Volgens Sterre is het tijd voor heldere afspraken. “Als je verplicht bent allergenen te vermelden en aan voedselveiligheid te voldoen, waarom dan niet ook aan een fatsoenlijke vegan optie?” Ze wil een wettelijke regeling die elk restaurant verplicht om minstens één volwaardig plantaardig hoofdgerecht op te nemen. “Niet als noodoplossing, maar als vanzelfsprekend onderdeel van de kaart.”
Klaar met ‘ik flans wel iets in elkaar voor je’
Ze vindt het genant om telkens te vragen of de chef “iets kan improviseren”. “Dan krijg ik een bord couscous met wat gegrilde paprika. Dat is geen gerecht, dat is een verdwaald bijgerecht. Vegan koken is echt niet moeilijk meer. Kijk naar de supermarkt: daar lukt het ook prima.”
Horeca blijft in het verleden hangen
Volgens haar is het vooral gemakzucht. “Veel zaken blijven vasthouden aan de oude standaard: vlees, vis, zuivel, klaar. Maar de wereld verandert. Zeggen dat er geen vraag is, kan echt niet meer. Die vraag is er wel – ze zien ’m alleen niet.” Wie niet meebeweegt, raakt volgens haar klanten kwijt. “Mensen willen inclusieve keuzes. Als je dat niet snapt, loop je achter.”
Eén gerecht waar iedereen iets aan heeft
Sterre benadrukt dat het haar niet alleen om zichzelf gaat. “Een vegan optie werkt ook voor vegetariërs, mensen met lactose-intolerantie of wie gewoon lichter wil eten. Met één goed gerecht maak je zóveel mensen blij. Waarom zou je dat laten?”
Gelijke kansen aan tafel
Voor haar draait het om gelijkwaardigheid. “Als ik met vrienden uit eten ga, wil ik niet degene zijn die zich moet aanpassen. Ik wil zonder gedoe iets van de kaart kunnen kiezen. Iedereen hoort welkom te zijn – ook als je geen dieren wilt eten.”
“Tijd voor verandering”
Ze vindt dat de overheid moet helpen die omslag te maken. “Geef subsidies aan restaurants die plantaardige gerechten ontwikkelen. Of regel het gewoon met duidelijke normen. We hebben overal regels voor, waarom dan niet voor eten dat goed is voor mens, dier en planeet?”
Wat vind jij?
Moeten restaurants verplicht worden om vegan opties aan te bieden, zoals Sterre voorstelt? Of moet die keuze bij de ondernemer blijven? Misschien raakt ze een breder punt: eten is niet alleen persoonlijk, het is ook iets maatschappelijks.
Terwijl er nog druk wordt gediscussieerd over smaak, heeft Sterre eigenlijk maar één vraag:
“Waarom zou ik minder recht hebben op een lekkere maaltijd, alleen omdat ik geen dieren eet?”