Mensen hebben uiteenlopende manieren van omgaan met sparen en financiën. Voor sommigen is het gemakkelijk om regelmatig wat opzij te leggen, terwijl anderen worstelen om hun uitgaven in toom te houden. De centrale vraag hier is: Hoe zit het met het spaargedrag van Nederlanders boven de 55 jaar? Ada helpt ons dit beter te begrijpen.
Uit gegevens van het CBS blijkt dat er een constante groei is in het totale spaargeld van Nederlandse huishoudens. Een interessante statistiek hierbij is de ‘spaarquote’, oftewel het deel van je inkomen dat je opzij zet om te sparen of te beleggen. In 2015 zat dit percentage op 10.8%. Inmiddels is dit percentage gegroeid naar 14.4%.
Het verhaal krijgt een twist als we naar het gemiddelde en de mediaan van spaargelden kijken. Gemiddeld bezitten Nederlanders zo’n €46.300 aan spaargeld. Dit lijkt veel, maar het gemiddelde wordt omhooggetrokken door de grotere bedragen van welgestelde huishoudens. De mediaan geeft een andere indruk, met een bedrag van €18.200.
Kijkend naar de groep 55-plussers valt op dat hun gemiddelde spaargeld hoger ligt. Zo hebben Nederlanders tussen de 55 en 65 jaar vaak circa €60.400 gespaard. Dit stijgt naar ongeveer €64.600 voor de leeftijdscategorie 65 tot 75 jaar. Mensen van 75 tot 85 jaar hebben gemiddeld iets minder, namelijk rond de €64.000.
Hoeveel zou je eigenlijk moeten sparen? Financieel expert Annemarie van Gaal raadt aan om genoeg geld achter te houden om minstens drie maanden je vaste lasten te kunnen dekken, zonder inkomsten. Dit geeft een buffer voor onverwachte kosten, zoals auto- of huisreparaties. Het idee dat je wat geld opzij hebt voor mogelijke financiële tegenslagen geeft rust.
Je sparen in balans houden is essentieel voor een stabiele financiële toekomst. De cijfers die we noemen zijn natuurlijk gemiddelden en medianen – elke situatie is anders. Toch geven deze statistieken spaarders richtlijnen om hun doelen en gewoonten in perspectief te zien.