Het raadsel van de rekenopgave ontrafeld
De verwarring kwam voort uit een verkeerde lezing van de som. Men dacht dat het aantal kleine honden 36 hoger was dan het aantal grote honden en met 13 grote viervoeters opgeteld, zou dit op een totaal van 49 uitkomen. Maar dat klopt niet, omdat je dan eindigt met 23 kleine honden in plaats van de noodzakelijke 36 meer dan de grote.
Angie en haar kleine rekentijger moesten dus geduldig het antwoord van de onderwijzer afwachten. Jammer genoeg moest deze wachten nog verlengd worden omdat de juf de volgende dag afwezig was. En toen ze er wel was, had ook zij niet meteen de oplossing paraat.
Uiteindelijk werd na een week vol spanning het verlossende antwoord door de schooldirecteur bekendgemaakt: er waren naar blijkt 6,5 grote en 42,5 kleine honden bij de wedstrijd. Halfjes inderdaad – vreemd om te horen, maar rekenkundig klopt het perfect.
De wisformule is als volgt: als we de grote honden ‘x’ noemen en de kleine ‘y’, dan hebben we voor het totaal van 49 honden de vergelijking 49 = x + y. Dus moet y wel x + 36 zijn. Wanneer je de vergelijkingen opstelt, kom je uit op 49 = 2x + 36, waaruit volgt dat 2x = 13, dus x = 6,5 en y = 42,5.
Was deze puzzel voor jou een makkie of zat je net zo in de knoop als de anderen? Al snel werd duidelijk dat dit soort raadsels misschien niet thuis hoort op het huiswerkblad van een zevenjarige…
